Het juninummer van Waterschans is uit. Vol met mooie verhalen, fraaie foto’s van Corné de Weert, openhartige interviews en kritische columns. En een bijzondere, mysterieus aandoende, voorpagina gemaakt door vormgeefster Mirjam Drenth. Als opwarmer voor een opzienbarend artikel van de Bergse oud-stadshistoricus Yolande Kortlever. Zij beschrijft daarin haar minutieuze speurtocht naar de echte portretten van markiezin Marie Henriëtte de la Tour d’Auvergne (1708-1728) en markies Johann Christian van de Palts Sulzbach (1700-1733). Hingen die niet al tijden in Het Markiezenhof dan? Jawel, maar dat blijkt nu op een vergissing te berusten. Op die portretten staan twee andere hoogwaardigheidsbekleders afgebeeld en niet het bovengenoemde adellijke duo, zo ontdekte Yolande. Om daarachter te komen moest ze hemel en aarde bewegen. Omdat de door haar boven water gebrachte schilderijen met daarop Marie Henriëtte en Johann Christian in Duitse musea en op veilingsites onder verkeerde namen stonden geregistreerd.


Verder nemen we u mee naar het Oesterlab aan de Wittoucksingel. Jarenlang lag het pand uit 1937, naar een ontwerp van wijlen de Bergse architect Frans J. Rampart, verscholen in een groene oase. Als een soort sta-in-de-weg voor het doorgaand verkeer op de Van Konijnenburgweg. Inmiddels is het als industrieel erfgoed zelfs opgewaardeerd tot gemeentelijk monument. Dat uitgerekend toen deze Waterschans al bij de drukker lag, werd ontdaan van zijn natuurlijke beschutting en nu open en bloot in het zicht staat.
Verder een afscheidsinterview met de in april afgezwaaide voorzitter Koert Damveld van de Geschiedkundige Kring en een gesprek met zijn opvolger Gerard Franken. Diezelfde Koert Damveld laat in zijn rubriek Ongehoord musicoloog Thiemo Wind vertellen over componist en klokkendeskundige Jacob van Eyck, die in onze stad de basis legde voor zijn kennis over de klok. Altijd boeiend zijn de museumbezoeken van oud-archivaris Cees Vanwesenbeeck, die in zijn rubriek Buitengaats vaak nog weinig bekende kunstwerken laat zien met daarop Bergse aanknopingspunten.
Jan Weyts zoomt in op het Oosterlingenhuijs aan de Zuivelstraat dat door het stadsbestuur in 1477 beschikbaar werd gesteld aan kooplieden uit de Hanzesteden. Een gebaar waaruit blijkt hoezeer Bergen op Zoom destijds een goede relatie op prijs stelde met de handelaren uit die plaatsen. Oud-burgemeester Pieter Zevenbergen, één van de drie gastsprekers op de recent gehouden Hofzaallezingen van onze Kring, verhaalt hoe De Maagd eind jaren tachtig van kerk tot theater transformeerde en in de rubriek Ommeland richt Willem de Weert zijn blik op de expositie over kerken en kloosters in het Wilhelmietenmuseum in Huijbergen.

Vergelijkbare berichten

  • Een tentoonstelling voor speurneuzen

    Loop je neus achterna en ga op zoek naar het pestparfum in het Markiezenhof. Stadsdokter Justus Turcq heeft zijn laboratorium in de tuinzalen opgesteld. Soms is hij zelf als pestdokter aanwezig. Spannend en leerzaan voor jong en oud.

  • LUCHT & STANK in de Oudheid

    Tip van de redactie: in het Markiezenhof is momenteel de tentoonstelling Hoge Luchten, schatten uit het Rijks te zien. In het kielzog van deze expositie worden twee interessante lezingen gehouden.

  • Uitgave boek over Joris van Spilbergen

    Deze zomer (2015) was het exact 400 jaar geleden dat Joris van Spilbergen de Spaanse Zuidzee Armada een gevoelige nederlaag toebracht. Later in dienst bij het machtige handelshuis van Balthasar de Moucheron maakt hij o.a. in 1601 een reis naar Ceylon en Java. Na thuiskomst verhuist hij naar Bergen op Zoom. Over deze relatief onbekende plaatsgenoot schreef Jan de Lint een boek wat 10 dec. gepresenteerd zal worden.

  • Waterschans 2014-IV

    Een beknopte opsomming van de artikelen in het najaarsexemplaar van De Waterschans.

  • Welkom op onze nieuwe Website!

    De ontwikkeling van de website staat nooit stil en vol trots heet de websiteredactie u dan ook welkom op de vernieuwde website! Nu ook geschikt voor telefoon en tablet.

  • De oudste kaarten van West Brabant

    Jan Symonsz. Indervelde maakte in 1565 een kaart van het noordwestelijke deel van West Brabant. Deze kaart raakte verloren of vergeten, en werd door kort voor de Tweede Wereldoorlog door Frans Akkermans uit Oud Gastel teruggevonden. Sindsdien heet deze kaart de ‘Gastelse kaart’. In 1590 maakte dezelfde Indervelde een tweede kaart van hetzelfde gebied, die opmerkelijk verschilt van de eerste. Er zit bovendien een bijzonder verhaal aan vast. Beide kaarten kunt u trouwens downloaden.