Hofzaallezing 2019-5 én 6

Op donderdag 11 april 2019 werden degenen die een setje kaarten voor de hele lezingenserie gekocht hadden, getrakteerd op een vijfde avond. De snelheid waarmee de kaarten waren uitverkocht (in 6 uren volgens Yolande Kortlever) werd nogmaals bevestigd met de tot op bijna de laatste stoel bezette Hofzaal..
Twéé lezingen
Prof. dr. Paul Schnabel deed er nog een schepje bovenop door die avond niet één, maar twéé lezingen te bieden. Vóór de pauze sprak hij over de sociografische ontwikkeling van Nederland door de eeuwen heen met als thema: Hoe eigenaardig is Nederland. Waarmee eigenlijk bedoeld werd: “Hoe eigen-aardig is Nederland”.
Socioloog Paul Schnabel is een bruggenbouwer. In zijn lezing ontwikkelt hij het beeld dat zoiets als een nationale volksaard niet bestaat, en nooit bestaan heeft. Het van bovenaf  gecreëerde idee van één volksaard ontstond vooral uit de behoefte om meer eenheid en samenhang in een nieuw gevormd koninkrijk te krijgen.  De diversiteit is de samenleving bestaat voort tot op de huidige dag, ondanks de dominantie vanuit Holland om de Hollandse taal en gewoonten als nationale standaard te promoten.
De lijn van deze diversiteit  en wederzijdse acceptatie trekt Schnabel door naar nieuwkomende Nederlanders, een fenomeen dat van alle tijden is. Daarmee brengt Schnabel het (onuitgesproken) doel van zijn lezing onder de aandacht: Het gaat niet om wat ons scheidt, maar wat ons bindt.
Als uitsmijter toont hij het portret van een familie die als hét nationaal symbool beschouwd wordt, maar niettemin geen druppel Nederlands bloed heeft.
Een samenvatting van de zeer gedetailleerde lezing kunt u hier nalezen. Downloaden kan ook. Ondanks dat het slechts een samenvatting is, gaat het toch om een stukje tekst van 6 pagina’s (A5).

Lezing ophalen

Na de pauze toont Schnabel zich van een andere zijde: Aan de hand van foto’s van schilderijen uit de expositie Lage Landen toont hij zich liefhebber en kenner van de schilderkunst door de eeuwen heen. Stap voor stap legt hij uit wat schilderstukken voorstellen en de invloed van, cq op de tijdgeest tijdens het ontstaan van het doek. Met een gids als Schnabel kijk je opnieuw en met andere ogen naar de tentoonstelling. Alsof je bij je eerste bezoek niet naar de doeken gekéken hebt…. Ongetwijfeld vormde deze presentatie voor zijn gehoor aanleiding om binnenkort de tentoonstelling (nogmaals) te bezoeken. Uw verslaggever is er één van.
De samenvatting van deze ‘zesde hofzaallezing’ houdt u nog even tegoed. Laat dit u niet weerhouden om de tentoonstelling te bezoeken. Op 10 juni is het afgelopen!

Vergelijkbare berichten

  • Hofzaallezing 2013-I:Turf, het Bruine Goud

    Het westelijke en noordelijke deel van West Brabant, het huidige kleigebied, maakt deel uit van een veengebied dat zich uitstrekt van Noord-Frankrijk tot in Denemarken.
    Toen omstreeks 1250 het veen in (Zeeuws-)Vlaanderen was ontgonnen moesten de steden en kloosters uitzien naar nieuwe vindplaatsen en zij vonden die in West-Brabant, een dunbevolkt gebied met duizenden hectaren hoogveen.

  • Lof der zwakheid; Hofzaallezing 2018-IV

    In de vierde hofzaallezing van 2018 wordt Van Duinkerken nader belicht vanuit het in 2000 uitgevoerde promotieonderzoek van de inleider. Anton van Duinkerken was een der veelzijdigste en meest begaafde woordvoerders van het katholiek levensbesef en het christelijk humanisme in Nederland. In de inleiding wordt één aspect van Van Duinkerken (de literatuurcriticus) besproken.

  • Hofzaallezing 2015-I: Gewone mensen in ongewone omstandigheden

    Het thema van de Hofzaallezingen van 2015 spreekt aan. Het gaat om de lokale beleving en gebeurtenissen tijdens de tweede wereldoorlog. De kaarten waren in een mum van tijd uitverkocht. De eerste hofzaallezing van 2015 trok een meer dan volle zaal.

  • Lezing: Geschiedenis van Nederland

    In een Hofzaallezing kunt u kennis maken met het boek ‘Geschiedenis van Nederland’ geschreven door drie drie geschiedkundigen met een vlotte pen. De inleider, Yolande Kortlever, is één van hen.

  • Hoop op Toekomst

    Deze toch wat deprimerende, en tegelijkertijd optimistische film- en boektitel brengt u terug naar WO I, toen vele Belgische vluchtelingen uit hun gewone dagelijkse leven werden gerukt, en zij hoopten een nieuwe toekomst op te kunnen bouwen na het oorlogsgeweld dat hen plotseling overkwam.