Joep Hoeks verrast op eerste Hofzaallezing 

De eerste Hofzaallezing van 2023 trok dinsdagavond 25 april zo’n honderd belangstellenden naar Het Markiezenhof. “Getemd vuur”, zo had inleider Joep Hoeks zijn voordracht gedoopt. Over de vaardigheid van de menselijke soort om vuur te maken, te beheren en te doven. Zoals Gerard Franken, de nieuwe voorzitter van de Geschiedkundige Kring, hem inleidde.

Opgehangen aan het thema “Hete Vuren, Schatten uit het Rijksmuseum”, de expositie die tot en met 3 september te zien is in Bergen op Zoom. Niet alleen in het Markiezenhof, ook in de Gertrudiskerk en galerie Arsis aan het Zuivelplein, waar regionale kunstenaars en liefhebbers het thema hebben verbeeld.

Hoeks verraste zijn gehoor met de insteek van zijn voordracht. Aan de hand van het vuur op de tentoongestelde kunstwerken uit de depots van ’t Rijks, uit de periode tussen 1610 en 1887, legde hij onder meer een verband tussen de verschillende energietransities en schaalvergroting. Elke nieuwe door mensen benutte energiebron zorgt voor nieuwe mogelijkheden, versnelling en capaciteitsvergroting.

Ooit vormde na bliksem en vulkaanuitbarstingen een niet-fossiele bron, hout, de eerste brandstof. Naarmate steden in de middeleeuwen groeiden en hout schaarser werd, kwam een niet-fossiele brandstof uit veengebieden ‘op de markt’: turf. Lagen dode plantenresten verzadigd met water, die onder invloed van de zon veranderden in veenmos. Dat werd afgegraven, gedroogd en op platbodems via turfvaarten verscheept naar turfhoofden (havens). Als brandstof voor huiselijk (verwarming, koken) en ambachtelijk gebruik. “Zonder turf was de Gouden Eeuw niet mogelijk geweest en had een stad als Amsterdam niet zo snel kunnen groeien”, aldus Hoeks. 

Na turf werden in de eeuwen daarna steenkool, olie en gas als belangrijke delfstoffen gewonnen. Die brandstoffen leidden vanaf medio negentiende eeuw tot de ontwikkeling van de stoommachine en treinen. Als aanjager van de industriële revolutie die ondanks alle negatieve milieu- en gezondheidsaspecten tot fabricage van nieuwe producten en welvaart leidde. Kernenergie was een volgende fase.

Inmiddels zijn niet-fossiele energiebronnen als wind, zon, water en aardwarmte nieuwe brandstoffen die op basis van technologische innovaties als groene duurzame en milieuvriendelijke energie in opmars zijn. Ondanks de toepassingen daarvan blijven oude brandstoffen nog (gedeeltelijk) in bedrijf. Niet alleen kolencentrales, maar in Ierland zijn onlangs pas de laatste turfgestookte energiecentrales gesloten.

Hoeks kwam nog met een relativering van het groene gehalte van de niet-fossiele energiebronnen. “Bij de productie van windmolens, zonnepanelen en batterijen voor elektrische auto’s wordt wel gebruik gemaakt van minder milieuvriendelijke producten als beton, kunststoffen en bijvoorbeeld lithium.” Voor de vakantiegangers had hij nog een tip: “Er komen tegenwoordig ook in Europa zoveel bosbranden voor dat het tijd wordt voor een app, waarop u voor uw vertrek kunt zien waar het brandt”. Over hete vuren gesproken. 

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *