Burgemeester Frank Petter vertelt over de ingrijpende wijzigingen aan de Bergse vesting volgens de inzichten van Coehoorn

Sedert vrijdag 11 maart 2022 ‘ziet’ Menno van Coehoorn (eindelijk) zijn complete meesterwerk, de vesting Bergen op Zoom. Coehoorn stierf toen de verdedigingswerken nog volop in ontwikkeling waren.  In zaal 1747 van het Markiezenhof ligt sedert 2012 een replica van de maquette die de Fransen na de inname van Bergen op Zoom in 1747 maakten van de stad en de omgeving. Het origineel behoort tot het Franse nationaal erfgoed en wordt samen met vele andere vestingmaquettes bewaard in het Musée des Plans-Reliefs te Parijs.
Thans is de Markiezenhof-collectie verrijkt met een replica van het portret van de ontwerper Menno van Coehoorn. Toen het Rijksmuseum dit schilderij (voor ten minste 5 jaar) uitleende aan de stichting Menno van Coehoorn, stelde men wel de voorwaarde dat het op één plaats moest blijven, en niet langs de diverse vestingsteden mocht reizen. De stichting koos toen voor het Markiezenhof, omdat het schilderij hier in deze maquettezaal goed tot zijn recht komt. Zo overziet Coehoorn alsnog de afgebouwde vesting Bergen op Zoom, die algemeen als zijn meesterwerk wordt beschouwd. Anno 1747 weliswaar, toen nog enkele niet door hem aangegeven wijzigingen zijn gebouwd, zoals de liniewal tussen de forten (die volgens critici de werking van de inundaties nadelig zou beïnvloeden)
Bij de onthulling memoreerde burgemeester Frank Petter de persoon Menno van Coehoorn, die als militair in de praktijk van strijd werd geschoold in de vestingbouw, en als jongeman studeerde hij wiskunde en vestingbouw aan de hogeschool in Franker.

Jos Cuijpers vertelt over leven en werk van Menno van Coehoorn

 Met zijn inzichten over de inrichting van vestingbouw botste hij met kapitein-ingenieur Louis Paen, die betrokken was bij de verbetering van de vesting Naarden. Deze pennenstrijd zou bekend worden als de Twist der vijfhoecken. Deze strijd werd door Van Coehoorn in 1685 definitief beslecht met de publicatie van zijn boek Nieuwe vestingbouw, Op een natte of lage Horisont, dat de inrichting van vestingen voor het Nederlandse (lage en natte) landschap beschrijft.
Erfgoeddeskundige Jos Cuypers verving de door corona gevelde Jacob Knegtel (Zuiderwaterlinie) , en vertelde:
Van Coehoorn kreeg in 1697 opdracht om de toenmalige IJssellinie en de linie aan de zuidkant (Zuyderfrontier) te inspecteren
Al veel eerder (in 1628) was bij Bergen op Zoom overigens de eerste (kunstmatige) inundatielinie aangelegd, omdat de Linie van de Eendracht met ondergelopen polders niet goed voldeed. Mede naar aanleiding van het beleg door Spinola in 1622 werd het gebied tussen Bergen op Zoom en Steenbergen zo afgeschermd.
De voorstellen van Coehoorn in 1698 leidden tot een grootscheepse aanpassing van vestingen om overeind te kunnen blijven in de toen modernste manieren van oorlog voeren. Hij paste niet alleen de vestingen aan, maar verbond ze door een aaneensluitend geheel van inundatiegebieden.

Een uitvinding van Coehoorn: een ‘draagbaar’ mortierkanon

Veel van de omvangrijke versterkingen is in de loop der tijd verdwenen, omdat ze uitbreiding van steden belemmerden en in de 19e eeuw niet meer pasten bij de toenmalige strijdmethoden, waarbij loopgraven in het veld tot een overal snel op te werpen versterking konden worden gemaakt. Om het risico dat de vijand een vesting zou overnemen, uit te sluiten, werden deze niet alleen buiten gebruik gesteld, maar ook gesloopt. (zie Militaire Spectator 1863, De Schadelijke vestingen) De vesting Bergen op Zoom onderging ook dit lot; op de vrijkomende ruimte werden de (3) singels rond de stad aangelegd.
De betekenis vandaag de dag van Menno van Coehoorn is, dat hij het aanwezige terrein benutte voor inundaties, hetgeen nu eendere kansen biedt voor de vanwege klimaatveranderingen nodige waterberging, en bovendien door deze historische achtergrond kansen biedt voor toerisme. In onze gemeente kunnen we bogen op het gerestaureerde fort de Roovere, de (unieke) Waterschans, het Ravelijn Op den Zoom, de Verborgen Vesting, waar (een rest van) een poterne is te zien, en de maquette van de West Brabantse Waterlinie in het Markiezenhof.

Burgemeester Frank Petter poseert bij het nieuw verworven portret van Coehoorn

Na deze inleiding ging het gezelschap in twee groepen naar de zaal 1747 om het schilderij in ogenschouw te nemen. Het vormt een passende aanvulling op de inrichting van de zaal, die uiteraard gedomineerd wordt door de enorme maquette, en verder voorzien is van kaarten uit dezelfde tijd, en archeologische vondsten van wapenrustingen. De week tevoren werd de zaalcollectie aangevuld met twee door de Vrienden van het Markiezenhof aangeboden sierlijke sabels die het signatuur droegen van de laatste markies, Carl Theodoor van de Paltz Sulzbach. Ze zouden zomaar van de paleiswacht in het Markiezenhof geweest kunnen zijn…

Een van de twee sabels die de Vrienden van het Markiezenhof onlangs schonk.

 

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *